Реферат на тему Mestprobleem Essay Research Paper Cijfers en StatistiekenDat
Работа добавлена на сайт bukvasha.net: 2015-06-21Поможем написать учебную работу
Если у вас возникли сложности с курсовой, контрольной, дипломной, рефератом, отчетом по практике, научно-исследовательской и любой другой работой - мы готовы помочь.
Mestprobleem Essay, Research Paper
Cijfers en Statistieken
Dat het mestprobleem in Noord-Brabant een groot probleem is, is algemeen bekend. Hoe groot dit probleem ten opzichte van andere provincies en COROP-gebieden is, is minder bekend. Willen wij dit uitzoeken, dan moeten we dat met harde feiten doen, zodat we meningen en feiten niet door elkaar halen. Deze gegevens, die gaan over mesthoeveelheden en veestapels, zijn verkregen door bronnen te raadplegen. Deze bronnen zijn: -Ministerie van landbouw
-CBS
-LEI-DLO
Mestproductie heel Nederland
Om de uiteindelijke cijfers over de mestproductie en het mestoverschot van Zuid-Oost Brabant willen te hebben, moeten we eerst het onderwerp globaliseren en dit op landelijk niveau uitzoeken. Dit doen we omdat dit aanzienlijk makkelijker is. Het is namelijk mogelijk om bij het ministerie van landbouw cijfers over mestproduktie en overschot op te zoeken. De cijfers gaan over de jaren 93 tot en met 96. Wij zullen ons uiteindelijk sterk richten op het jaartal 1996, omdat we die informatie kunnen vergelijken met cijfers van het CBS, die zich ook alleen toespitsen op het jaartal 1996.
MESTPRODUCTIE
1993 1994 1995 1996
tonnen fosfaat tonnen fosfaat tonnen fosfaat tonnen fosfaat
Rundveedrijfmest : 63,2 123,4 61,2 116,6 61,0 114,9 59,2 100,5
Vleesvarkensdrijfmest : 9,4 43,6 9,1 40,7 8,9 37,8 8,7 36,2
Fokvarkensdrijfmest : 7,6 28,4 7,3 24,6 7,3 22,3 7,2 20,7
Vleeskalverendrijfmest: 2,3 2,7 2,4 3,0 2,7 3,5 2,5 3,1
Leghennenmest : 2,0 22,7 1,8 22,1 1,6 19,7 1,9 20,4
Slachtkuikenmest : 0,5 12,1 0,5 10,9 0,5 11,0 0,5 10,1
Totaal : 85,0 232,9 82,3 217,9 82,0 209,2 79,9 191,0
Bron:LEI-DLO
Door goed naar de gegevens te kijken, kan je een paar opvallende verschijnselen waarnemen. Zo zie je dat het aantal tonnen mest en fosfaat langzaam afneemt. Dit is te verklaren; door de steeds verscherpende eisen van de overheid jegens mest zijn veel boeren genoodzaakt hun veestapel in te krimpen waardoor er minder mest ontstaat. Verder zie je dat rundveedrijfmest veruit in de meerderheid is. Hieruit kun je nog weinig concluderen. Ons gaat het vooral om de varkens, want daar staat Zuid-Oost Brabant het meest bekend om.
Verder zien we op de cirkeldiagram hiernaast dat 18,4 miljoen ton, of te wel 23,0287% als een overschot wordt beschouwd. Maar het overschot wordt pas later besproken.
Om de gegevens van de tabel op de vorige bladzijde in een duidelijker plaatje te zetten moeten we weten hoeveel rundvee, varkens en pluimvee er in Nederland zijn en dan in het bijzonder in Zuid-Oost Brabant. Hiervoor hebben wij het CBS geraadpleegd.
Aan de cirkeldiagram over het rundvee valt niks bijzonders op, maar die van het pluimvee en vooral van de varkens valt wel op. Op een betrekkelijk klein gebied in Nederland zijn zeer veel varkens en pluimvee. Respectievelijk 13 en 16% van het gehele aantal.
MESTPRODUCTIE ZUID-OOST BRABANT
Als je slim beredeneert kun je concluderen dat dat 5,0751% (op 5 decimalen)van de mestproductie van het rundvee uit Zuid-Oost Brabant komt. Hetzelfde geldt voor pluimvee en varkens. 13,436% van de totale mestproductie van pluimvee komt uit Zuid-Oost Brabant en 16,01375% van de totale mestproductie van varkens komt ook uit Zuid-Oost Brabant.
Deze gegevens vallen helemaal mooi in een plaatje als we de mestproductiegegevens vergelijken met die van de rest van Nederland:
Intensieve bemesting;vast Zuid-Oost Brabant
We kunnen uit al deze gegevens zien dat Zuid-Oost Brabant veel meer mest produceert dan het gemiddelde van Nederland. Volgens de thematische kaart op de volgende bladzijde zijn een aantal gebieden die voor veel mestproductie zorgen. Zuid-Oost Brabant zit daar ook bij. Maar bijvoorbeeld ook de Veluwe.
Als we deze gegevens gaan vergelijken met de gebieden in Nederland waar zandgrond is, komen we erachter dat waar zandgrond is, vaak een hogere concentratie van mestproductie is.
Mestproductie Nederland, Bron:CBS
CONCLUSIE
Al vanaf het jaar 500 wist men al dat de zandgronden in Brabant onvruchtbaar waren en dat de zeeklei uit het westen van het land veel vruchtbaarder was. Toch zijn er altijd veel boerenbedrijven geweest in Brabant. Dit kwam onder meer doordat de grond zeer makkelijk te bewerken was en het er droog was (in tegenstelling tot grote delen van het westen van het land). Het waren altijd gemengde bedrijven, dus met zowel akker bouw als veeteelt. Het vee was niet zozeer belangrijk voor vlees, als wel voor mest. De onvruchtbare Brabantse gronden moesten namelijk veel bemest worden.
In de loop der eeuwen kregen de boerenbedrijven in Brabant (en dan vooral het Oosten van Brabant) steeds meer vee. In eerste instantie varkens, maar daarna vooral schapen, omdat die op de heiden konden grazen.
Vroeger at men niet vaak vlees vanwege financiele redenen. Na de tweede wereldoorlog veranderde dit. De welvaart steeg en de Europese Gemeenschap zorgde ervoor dat dee prijzen van vlees laag bleven.
Voor de boeren was dit zeer nadelig, omdat hun inkomsten door de regelingen van de EG daalden. Om toch nog winst te maken ging men veel grotere hoeveelheden vee produceren .
Deze verandering speelde zich vooral in gebieden af waar de grond onvruchtbaar was en de boeren dus niet over konden stappen op akkerbouw.
Zuid-Oost Brabant is volgens de thematische kaart dus ook zo n gebied met zandgronden die onvruchtbaar zijn.
Vooral varkens waren de nieuwe producten van de boerenbedrijven in Zuid-Oost Brabant.
De boerenbedrijven hadden de mest van het vee echter niet meer nodig voor bemesting van het land, want ze hadden zich geheel gespecialiseerd in de bioindustrie, een onderdeel van de veeteelt. Een deel van de mest kon worden uitgereden op het land van boerenbedrijven die zich gespecialiseerd hadden in akkerbouw en dus nog wel mest konden gebruiken. Op het land van deze boerenbedrijven werd zoveel mest uitgereden dat het land de mest niet meer aankon. De grond in die gebieden raakte doorweekt van de mest, waardoor de mest ook het grondwater aantastte, wat grote gevolgen heeft.
Hierdoor greep de overheid in en stelde maxima op van de mestproductie. De boeren weten tegenwoordig niet meer waar ze hun mest moeten laten. De enige mogelijkheid is het inperken van de varkensbedrijven. Dat het mestprobleem in Zuid-Oost Brabant, waar zandgronden aanwezig zijn, veel groter is dan elders in Nederland is hierdoor logisch, want er is meer bioindustrie dan elders vanwege de onvruchtbare grond.
SLOT
Hiermee hebeen wij, Frederik en Benjamin, ons onderzoek met succes afgesloten. We hebben nu een duidelijke verklaring wat het verband is tussen de zandgronden in Zuid-Oost Brabant en het mestoverschot in Zuid-Oost Brabant. We hebben dit onderzoek met veel plezier gedaan, omdat we in tegenstelling tot veel andere mensen uit onze klas niet veel moeite hadden met het zoeken naar informatie. Toch was het niet een makkelijk onderzoek, omdat we eigenhandig cijfers met elkaar moesten vergelijken en veel berekeningen doen.
BRONVERMELDING
We hebben de benodigde gegevens vooral van Internet gehaald. Ook zijn we naar de bibliotheek van Gemert geweest.
Bronnen:
-http://www.cbs.nl
-http://www.minnv.nl
-het boek Grondsoorten van Nederland
-de wereldwijs CD-rom